Aan de hardware is niet veel veranderd, grootste veranderingen bevinden zich onder de huid van het 228 gram wegend apparaatje. De Eindhovense vestiging zetten een nieuwe software afdeling op voor de MS2010, en nam daarmee de volledige product ontwikkeling in eigen handen.
Portable navigatie systemen zijn *HOT* vergeleken met de markt van twee jaar geleden.
TomTom, thans nummer twee op de wereldranglijst van mobiele navigatie systemen kon in het eerste kwartaal van dit jaar ten opzichte van het eerste kwartaal van 2005 een verzesvoudiging rapporteren.
Ook andere bedrijven mengen zich in deze markt, zoals Pioneer, Fujitsu-Siemens, Sony en binnenkort Philips.
Siemens VDO is vooral vertegenwoordigd in vast ingebouwde navigatiesystemen, zowel voor auto fabrikanten als after-market systemen. Op het gebied van draagbare systemen is er bij Siemens VDO nog weinig keuze.
‘We hebben een achterstand in te halen en met de MS2010 gaat dat lukken’’, aldus de heer H. Eemers, werkzaam als manager bij Siemens VDO’s Eindhovense ontwikkelcentrum.
![Afbeelding](http://www.navigatiehelpsite.nl/Data/Vdo/Foto/MS2010_001.jpg)
Grootste verandering 'onder de kap' van het apparaat.
De hardware werd in september 2005 door Siemens geïntroduceert, toen als de MS2000 en MS2100.
‘De introductie bracht echter niet het succes wat we verwacht hadden. Eigenlijk was de kwaliteit ervan te laag voor Siemens VDO’ zegt de heer Eemers.
De hardware werd gekocht van een Koreaans bedrijf, en de software werd geschreven door een Duits software bedrijf. Volgens de heer Eemers zat hier het probleem.
Daarom begon Siemens te Eindhoven al snel na het op de markt komen van de MS2000 met zijn eigen software voor het systeem. De platformsoftware moest worden geporteerd van het OS9-RTOS systeem naar Windows CE.
Tevens werd de gebruikersinterface compleet vernieuwd, hoewel het ontwikkelcentrum daar nog geen ervaring mee had.
‘Normaal leveren we alleen de hardware en het platform aan een andere Siemens-site, en die bouwt er een gebruikersapplicatie voor’, legt Eemers uit, ‘We willen meer zaken met andere partijen dan Siemens VDO zelf, om minder afhankelijk te worden. Het is ook leuker om een totaalproduct te ontwikkelen in plaats van een halffabricaat, mensen zijn daar een stuk meer gemotiveerd voor’.
De expertise van Trifid en het Astense Zuidzeven, beiden ook te Eindhoven gevestigd, werd gebruikt voor de vormgeving van de gebruikers interface.
‘We gaan nu een eigen competentiegroep oprichten voor grafische gebruikersinterfaces. Daarin willen we de ontwikkelingen die tijdens dit project gedaan zijn zoveel mogelijk gaan hergebruiken voor onze ingebouwde systemen.’ zegt de heer Eemers.
![Afbeelding](http://www.navigatiehelpsite.nl/Data/Vdo/Foto/MS2010_002.jpg)
De nieuwe gebruikersinterface.
Hardware technisch is alleen de GPS module vervangen door een Sirf-II-chipset, de rest van de hardware is in grote mate identiek aan de MS2000. De vernieuwde software word zeer goed bevonden door de test groep. Later zal er ook nog de MS2110 variant komen, welke als uitgebreidere versie van de MS2010 in de markt gezet zal worden met onder andere een ingebouwde TMC ontvanger.
‘We hebben een aantal innovaties gedaan voor dit systeem. Naast de zelfontworpen gebruikersinterface hebben we een softwarearchitectuur ontwikkeld om kaarten snel te kunnen weergeven.’ vertelt Eemers. ‘De kaart kan daarbij meedraaien met de rijrichting of naar het noorden blijven wijzen. Deze nieuwe varianten gaan voor minder geld over de toonbank, ongeveer honderd euro minder.
De bouw van het nieuwe systeem nam ongeveer zes maanden in beslag. De grootste tijd ging in het omzetten van de platformsoftware naar een Windows CE versie.
'Intern zijn we er erg trots op dat dat zo snel gelukt was. Er stond aardig wat druk achter, want deze markt is een booming business. We moesten dus zo snel mogelijk een product in de markt krijgen’, vertelt Eemers. ‘We kwamen wel wat hobbels tegen bij het project. Dit was voornamelijk te danken aan Windows CE.’
Behalve buiten enkele pilotprojecten, hadden de Einhovense techneuten hier geen ervaring mee. Zaken zoals geheugenbeheer, procescommunicatie en het dynamische gedrag waren zeer verschillende met de vorige platform software, de OS9.
Toch kon het team in relatief korte tijd een product in de markt zetten.‘We hebben er veel aan gedaan om de snelheid erin te houden. Het management had een hoge prioriteit voor dit project gesteld’, vertelt Eemers. ‘We konden heel snel overleggen met productmanagers om te beslissen of we features konden weglaten. Ook hebben we goede prioriteiten afgesproken, zodat we ons daar duidelijk op konden concentreren.’
Het testen van het systeem was een zeer belangrijk onderdeel van het ontwikkelproces.
‘Dat deden we continu tijdens de ontwikkeling, onder meer via een testgroep van medewerkers die met zo’n kastje rondreden. Doordat de software-engineers het zelf gebruikten kwam hier veel feedback uit.’ zegt Eemers.
Echter, ook het one-room concept speelde een belangrijk rol in de totstandkoming van de MS2010.
‘Alle subprojecten zaten zo veel mogelijk in één ruimte, of in ieder geval op één locatie. Dat betekent dat je korte communicatielijnen hebt. Bij andere projecten binnen Siemens VDO zijn er altijd meerder sites betrokken.’
Bron : Bits&Chips.nl